Henk Smit als Don Quichotte en
Silvia de la Muela als Dulcinée
foto: Dieuweke van Reij
Het kan heel ontluisterend zijn als we egoïstische trekjes beginnen te vertonen. Niet bij iedereen gebeurt dit. Don Quichotte richt zich in zijn verwarring juist geheel op zijn medemens. Al zijn remmingen heeft hij verloren. Zonder aarzeling gaat hij de confrontatie aan met elk reëel of vermeend kwaad. Vrijwel altijd komt hij zelf gehavend uit de strijd tevoorschijn. De weldoener is wellicht altijd in hem schuil gegaan, maar kan zich pas openbaren nu de grenzen van het fatsoen en het eigenbelang zijn verdwenen. Deze Don Quichotte is in al zijn verdwazing iemand voor wie wij ontzag hebben. Hij doet ons hopen dat er ook in ons een gelijksoortige dolende ridder mag schuilgaan. Niet de idioot staat in deze productie centraal en ook niet de heilige, maar de verdwaasde man die probeert het goede te doen. Wat zouden wij ons graag met hem identificeren.
Werkelijkheid en droom zijn voor de Don niet meer te scheiden. Zo kan het gebeuren dat hij bij het uitoefenen van zijn ambt veel lichamelijke en materiële schade aanricht bij onschuldige burgers. En toch kent de ridder veel vrienden. Ondanks alle hilariteit en de grote en kleine rampen die hij veroorzaakt dwingt de dolende ridder ontzag en respect af, ook bij de lezer van de roman.
Massenet's Don Quichotte is een iets andere man dan zijn naamgenoot in de roman. In de opera is hij minder karikaturaal en daarmee ook minder zot. Hij is er niet minder fascinerend om. Ontroerend is hij in zijn kansloze liefde voor de courtisane Dulcinee, hilarisch in zijn gevecht met de windmolens, betoverend in zijn confrontatie met de roversbende en aangrijpend als hij vlak voor zijn sterven aan knecht Sancho een droomeiland schenkt.
Jules Massenet: 'Don Quichotte'
Opera Studio Nederland